Woensdag 31 december 2014
Voor de negentiende keer organiseert Bibliotheek Almelo samen met Tubantia de jaarlijkse Willem Wilmink dichtwedstrijd naar aanleiding van een gegeven regel door een gastdichter. Dichter Ingmar Heytze heeft de nieuwe zin bedacht. Hij werd door de gastdichter van vorig jaar, Tjitske Jansen, uitgenodigd om de regel voor 2015 te bedenken. Hij kwam met de volgende regel: "alles is meteen zoveel".De dichtwedstrijd staat open voor iedereen die op de gegeven regel een gedicht wil schrijven, met als enige dwingende voorwaarde dat de regel van Ingmar Heytze er letterlijk en ongewijzigd in voor moet komen, in het begin, aan het eind of ergens middenin. Bovendien mag de zin niet enkel als titel worden toegepast maar moet onderdeel zijn van het gedicht. De te kiezen dichtvorm is vrij: vormvast, (als bij een sonnet, ballade, rondeel enz.) of een zelfgekozen rijmend metrum. Maar ook vrije niet rijmende gedichten zijn welkom. U mag ook met deze zin beginnen en de hoofdletter A gebruiken en er staat geen punt achter de zin dus u kunt deze desgewenst aanvullen. Maximaal één gedicht per inzender. De gedichten worden beoordeeld door een jury van 7 personen, en worden anoniem beoordeeld. Inzenden tot en met zondag 8 maart 2015 naar Bibliotheek Almelo, Postbus 189, 7600 AD Almelo of naar redactie@bibliotheekalmelo.nl.
Op zondag 22 maart vanaf 15.00 uur vindt de prijsuitreiking plaats in café de Meridiaan van Bibliotheek Almelo, Het Baken 3 in Almelo. De tien hoogst gewaardeerde gedichten zullen worden bekroond met een oorkonde en een juryrapport en een aantal prijzen die mede door De Twentsche Courant Tubantia worden toegekend. Deze tien gedichten zullen door de makers zelf worden voorgelezen. De hoofdprijswinnaar krijgt bovendien het zilveren lezersbeeld van voornoemde krant. Alle vorige gastdichters zullen ook nu weer worden uitgenodigd.
Ingmar Heytze (1970, Utrecht) is dichter, schrijver, columnist, performer en presentator. Hij publiceerde tien dichtbundels. De meest recente, Ademhalen onder de maan, verscheen in 2012. Als columnist werkte hij onder meer voor Onze Taal, Kijk, de Volkskrant en AD Utrechts Nieuwsblad. Hij trad op tijdens festivals als Crossing Border, Lowlands, Dichter aan Huis, het Tuinfeest, Poëzie in Carré 2006 en de Nacht van de Poëzie, waarvoor hij in 2010 en 2011 de programmering en co-presentatie verzorgde. In 2008 ontving hij de C.C.S. Croneprijs. In 2000 was hij huisfilosoof van het Centraal Museum en van 2009 tot 2011 Stadsdichter van Utrecht.
In de zomer van 1996 constateerde dichter Willem Wilmink, te gast in een radioprogramma vanuit de Bibliotheek, dat poëzie in vroeger eeuwen een veel socialer karakter had dan nu. Hij verwees naar de 15e-eeuwse dichter / prins Charles d’Orleans die gasten op zijn kasteel pas toeliet nadat zij een gedicht hadden gemaakt op de vaste regel: "Ik sterf van dorst met de fontein voor ogen". Het leek Wilmink een aardig idee om zoiets weer in ere te herstellen.
De bibliotheek nam de uitdaging aan en vroeg Willem om een passende regel te bedenken die in de ingezonden gedichten moest voor komen. Dat resulteerde in 320 inzendingen. Wilmink vroeg vervolgens Jean Pierre Rawie om hem op te volgen. Dit leidde er toe dat achtereenvolgens Driek van Wissen, Drs.P., Patty Scholten, Jan Boerstoel, Ivo de Wijs, Kees Torn, Frank van Pamelen, Jan J. Pieterse, Katinka Polderman, Maarten van Roozendaal, Theo Nijland, Daniël Samkalden, Gerard Haverkort, Sjoerd Kuyper, Ted van Lieshout en Tjitske Jansen elkaar als gastdichter opvolgden.