Woensdag 7 mei 2014
"Het er zijn", zo vatte Annie Marsselink in alle eenvoud haar taak als vrijwilligster in de terminale thuiszorg samen. Want daar draait het om in deze vorm van zorg: aanwezig zijn, betrokkenheid en luisteren naar hen die het zwaar hebben. Annie stelde met nadruk dat de vrijwilligers geen gediplomeerde verpleegkundigen zijn. Ze bieden dus geen medische hulp, ook al leren ze tijdens een speciale cursus wel degelijk hoe ze een patiënt moeten tillen wanneer nodig. Maar verder ligt de terminale thuiszorg in het verlengde van de mantelzorg. Vrijwilligers komen in actie tegen de tijd dat familieleden van een stervende soms niet meer verder kunnen, uitgeput als ze zijn door de aanhoudende waakzaamheid die de omstandigheden vereisen. Ze zijn er, de vrijwilligers van de terminale thuiszorg. En dan zijn ze er ook snel. Algemeen coördinator Riet Kikkert gaf aan dat er binnen 24 uur ondersteuning geboden wordt wanneer mantelzorgers gevaarlijk dicht tegen het breekpunt aanzitten. Overigens onderkennen wakende familieleden dat kritieke stadium zelf meestal niet. Ze gaan door totdat ze zichzelf voorbij dreigen te rennen. Zodra een medewerker van de gewone thuiszorg signalen opvangt die op overbelasting wijzen, schakelt hij of zij de Leendert Vriel Stichting in. Daar is de terminale thuiszorg sinds enige tijd ondergebracht.
Het feit dat de stichting haar vrijwilligers zo snel inzet is een geruststellende gedachte. Met het woord ‘geruststellend’ geven we tegelijkertijd het belangrijkste effect van de terminale thuiszorgers aan: hun aanwezigheid brengt rust. Ingewikkelde taken hoeven ze niet zozeer te verrichten; ze bieden vermoeide familieleden een luisterend oor, of geven hen de gelegenheid om wat slaap in te halen; met hen in huis is er iemand om op de stervende te letten, dus een mantelzorger hoeft zich even geen zorgen te maken. Zo simpel is het. De waarde van hun werk mag echter niet onderschat worden. Dit blijkt wel uit de grote dankbaarheid die terminale thuiszorgers ervaren van de familieleden van de stervende.
Er wordt niet lukraak een vrijwilliger op een familie afgestuurd. Riet Kikkert gaf aan dat zij als coördinator een gesprek voert met de familieleden. Ze maakt dan een inschatting welke vrijwilliger het beste met de specifieke omstandigheden om zou kunnen gaan. Pas dan wordt er iemand naar de familie gezonden. Dit alles gebeurt binnen de bovengenoemde termijn van 24 uur.
De keuze voor een terminale thuiszorger valt vrijwel altijd goed uit. En dankzij de flexibiliteit van de vrijwilligers kan er ook steeds een van hen ingepast worden. Vrijwilligers van de Leendert Vriel Stichting houden zich immers beschikbaar. Dit is dan ook één van de factoren waarop ze geselecteerd worden. Waar, wanneer en zolang dat nodig is: ze zijn er.
Luistert u naar de ervaringen van Annie Marsselink en Riet Kikkert op AAFM, zaterdag van 9.00 tot 10.00 uur.
Interview Riet Kikkert en Annie Marsselink