Vrijdag 2 februari 2018
De nieuwe expositie in het Huis van Katoen en Nu gaat over het Almelose transportbedrijf Bolk. De tentoonstelling laat zien hoe het bedrijf in 1934 gestart werd door Jan Bolk en Johan Looms en beschrijft de ontwikkeling tot nu. Aan de hand van vele foto's, filmpjes en bijzondere voorwerpen leert de bezoeker het transportbedrijf beter kennen.Het verhaal begint in 1934 als Jan Bolk en Johan Looms een vervoersbedrijf beginnen vanuit de boerderij van Bolk aan de Kerkhofsweg. Als opvolger van paard en wagen werkt het bedrijf lokaal. Er zijn nog geen snelwegen en veel lange afstandsvervoer gaat nog per trein of boot.
De familie Bolk bezit diverse cafés en Looms en Bolk brengen daar de dranken langs. Men vervoert ook aardappels en turfbalen. Zij lijken de tijd mee te hebben, maar al snel breekt een grote crisis uit, die uitmondt in de Tweede Wereldoorlog.
Tekst gaat verder onder de video
Na 1945 beginnen Looms en Bolk opnieuw, met zelfgebouwde trailers van gedumpte legerauto's. Ze vervoeren goederen en personeel voor lokale firma's als bouwbedrijf Goossen en waterzuiveringsbedrijf Rossmark. Gevangenen worden vanuit Almelo naar de turfvelden bij Vriezenveen gebracht.
Vanaf 1947 distribueert Bolk Heineken bier vanuit Amsterdam over Twente. Weer wordt het moeilijk, als Looms in 1953 overlijdt. Jan Bolk en zijn vrouw Naatje gaan dan samen verder, maar in 1963 overlijdt ook Jan Bolk. Als zijn zoon Henk Bolk de zaak gaat runnen, groeit Bolk zonder ophouden. In 2008 verkoopt Henk Bolk zijn bedrijf aan het management: Joop Savenije, Gerco Linthorst en André Pluimers. Henk zelf gaat dan met pensioen.
Het bedrijf werkt in binnen- en buitenland en doet zowel huiftransport als speciaal transport. Bij speciale transporten moet je altijd kijken of er geen lichtmasten, verkeersborden of bruggetjes in de weg staan. De planners van Bolk bekijken dit vooraf. Vroeger haalde een chauffeur wel eens een paaltje weg met een pijpensnijder.
Nu worden er vooraf afspraken gemaakt, vergunningen geregeld, wegen afgezet en obstakels verwijderd. Veel van deze transporten vinden
's nachts plaats.
Auto’s kunnen alleen veilig rijden als ze voortdurend onderhouden worden. De eerste decennia doen chauffeurs veel zelf, maar sinds 1974 heeft Bolk een werkplaats met monteurs. Motoren en remmen worden hier onderhouden en gerepareerd.
Achter de schermen vindt ook de planning en financiële administratie van de transporten plaats. De eerste decennia gebeurt dit vanaf de keukentafel, maar in de jaren zeventig worden administrateurs en planners aangesteld. De planners zijn verantwoordelijk voor vergunningen, het berekenen van de transportprijs, en de contacten met klanten en chauffeurs.
De afgelopen 25 jaar hebben mobiele telefoon, computers en internet de contacten met klanten en chauffeurs makkelijker gemaakt. Ook bij de administratie is het werk hierdoor meer gestroomlijnd.
In 1985 gaat Bolk samenwerken met de NS. Containers die per spoor vanuit Rotterdam naar Twente komen, worden bij de terminal van Bolk in Almelo gelost en verder vervoerd. Eind jaren negentig stopt de NS met het containervervoer. Bolk werkt een aantal jaren samen met een containerterminal in Emmerich en bereidt ondertussen een nieuwe terminal in Twente voor. Met drie andere bedrijven wordt in Hengelo de Container Terminal Twente opgezet. Deze binnenvaartterminal gaat in 2001 van start.
Vanaf dan komen containers uit Rotterdam per schip in Hengelo aan. Opnieuw verzorgt Bolk de overslag en het verdere transport. Naast het containervervoer organiseert Bolk ook het huiftransport vanuit de CTT. Inmiddels heeft Bolk terminals in Almelo, Hengelo, Rotterdam en Bad Bentheim. Daar gaan de containers op de trein voor verder transport in Europa.
Overzichtsexpositie Bolk Transport: februari tot en met april 2018, open woensdag tot en met zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur.