Woensdag 3 september 2014
De in beslag genomen goederen van kinderspeelparadijs Dolle Pret worden via een openbare verkoop verkocht. Dat heeft de gemeente Almelo besloten nadat eigenaresse Henny ter Avest de openstaande 17.886,52 euro niet heeft voldaan. Dit zijn de kosten die de gemeente haar heeft opgelegd naast de 50.000 euro aan dwangsommen.Op 4 november 2011 sloot de gemeente met Dolle Pret een overeenkomst over de betaling van de dwangsommen en de hieruit voortvloeiende (wettelijke) kosten. Tot oktober 2013 is Ter Avest haar betalingsverplichting nagekomen en heeft in totaal een bedrag van 50.000,20 euro voldaan.
Begin juli is er een gesprek geweest tussen Ter Avest en wethouder Ten Seldam. Hierbij werd Dolle Pret alsnog in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 31 juli 2014 de verschuldigde termijnbedragen te voldoen. Dit is niet gebeurd en handhaaft de gemeente de clausule uit de overeenkomst: "Indien Dolle Pret deze overeenkomst niet of niet geheel nakomt, waaronder begrepen het niet geheel of gedeeltelijk tijdig voldoen van de betalingstermijn, de gemeente Almelo ten aanzien van Dolle Pret overgaat tot openbare verkoop van alle goederen waarop namens de gemeente Almelo uit de hoofde van het vonnis van 20 oktober 2010 beslag is gelegd. De kosten die de gemeente als gevolg van de niet nakoming van deze overeenkomst moeten maken, komen voor rekening van Dolle Pret." Henny ter Avest heeft tijdens het gesprek aangegeven niet te gaan betalen en op de hoogte is van de gevolgen die dit kan hebben.
De dwangsommen worden in maart 2008 aan Dolle Pret opgelegd voor het houden van feesten en partijen in strijd met het bestemmingsplan. Vanwege de illegale bedrijfsactiviteiten is in de periode van mei 2009 tot en met september 2009 van rechtswege tien keer een bedrag van 5.000 euro verbeurd aan dwangsommen, in totaal 50.000 euro. Op 22 en 23 augustus 2011 is er beslag gelegd op de bankrekening en op de roerende zaken. Ook is er contant geld in beslag genomen.