Zondag 31 oktober 2021
Alle verpakkingen achter schotten, geen felle kleuren meer, maar alleen nog maar zwarte verpakkingen met de meest ranzige foto’s. Het hebben van een sigarenkraam is al lang niet meer wat het ooit geweest is. Toch is Johannes Kamphuis (67) niet van plan om zijn kraam dicht te gooien: “Dit werk is prachtig.”Het is nog rustig op de Almelose markt. Her en der struinen mensen langs de kramen. Een enkeling weet een weg te vinden naar de kraam van Johannes, om sigaretten te kopen en om even een praatje te maken. “Dat is het mooiste aan dit werk”, vindt Kamphuis. “De sociale contacten, even een gesprekje over van alles en nog wat, maar ook de diepgaandere gesprekken met je vaste klanten.” Het werk geeft hem nog altijd voldoening. “De band die je opbouwt met mensen is echt geweldig.”
Onzichtbaar
Toch wordt het voor nieuwe klanten steeds lastiger om te zien wat hij eigenlijk verkoopt. “Alles staat verstopt. Ik mag het niet meer laten zien, want dat zou aanzetten tot roken”, legt Kamphuis uit. Daarom staan de sigaretten tegenwoordig achter witte schotten. “Die mogen alleen open als een klant wat vraagt, daarna moeten ze meteen weer dicht.” Doet hij dat niet kan hij een boete riskeren. Alleen de aanstekers op de toonbank doen vermoeden dat het om een sigarettenkraam gaat. “Mensen vragen ook wel eens wat ik eigenlijk verkoop”, zucht hij lachend.
Ontmoedigen
Met campagnes als Stoptober en de Rookvrije Generatie wordt het mensen steeds meer ontmoedigd om te roken. Ook de landelijke regelgeving wordt steeds strenger. Zo mogen sinds januari sigaretten dus niet meer open en bloot worden uitgestald en verdwijnen ze de komende jaren uit de cafés, supermarkten en tankstations. Kortom: een branche met steeds meer beperkingen. “Daar ben ik uiteraard niet blij mee”, legt Kamphuis uit. “Ik snap dat roken slecht is, maar volgens mij pakken ze in Den Haag de sector veel te hard aan.”
Carrièreswitch?
Toch denkt hij er niet aan om te stoppen. “Ik doe dit al zo lang en zoveel aspecten zijn prachtig.” Voor hem is er niets anders te verzinnen. “Andere sectoren hebben ook hun problemen, dus wisselen van baan gaat het probleem niet oplossen.”
28 jaar geleden nam Kamphuis de kruidenierszaak van zijn buurman over en sindsdien staat hij met rookartikelen op de Nederlandse markt. Sinds 2008 staat hij twee keer per week in Almelo. Daarvoor was hij vrachtwagenchauffeur, maar nam toen al sigaretten mee voor kennissen in Duitsland. “Zo romantisch als het werk was is het helaas niet meer. Vroeger was het een luxe product, nu moet alles vluchtig.”
“Het is bijna lachwekkend”
Dat luxe gevoel van een sigaret of sigaar wordt langzaam “om zeep geholpen.” De pakjes zijn allemaal zwart geworden, met foto’s van verrookte longen, rotte tanden en waarschuwende teksten. Allemaal om de roker af te schrikken, maar het helpt volgens Kamphuis niks. “De roker stoort zich er niet aan.”
De bakjes met sigaren zijn de volgende producten die een metamorfose ondergaan. “Ook de houten doosjes worden zwart. Daarnaast mogen de scharniertjes niet meer koperkleurig zijn, want dat zou luxe uitstralen. Het is bijna lachwekkend.”
Unieke business
Al deze betuttelingen zorgen er niet voor dat Kamphuis erover nadenkt om zijn kraam voorgoed te sluiten. “Het is een unieke baan. Ik heb een van de laatste kramen en wil dat zolang ik het leuk vind in stand houden.” Toch weet hij niet of de kraam een heel lange toekomst tegemoet gaat. “Opvolging zoeken in deze branche is heel lastig, omdat het steeds strenger wordt.” Voorlopig kunnen Almeloërs wel gewoon hun sigaretten blijven kopen. “Ik doe het net zolang tot ik er genoeg van heb”, lacht Kamphuis.