Zaterdag 11 augustus 2018
Daar staat hij, tussen de appartementen van Het Warenhuis en het Schokland: Koperen Ko, een beeld in hout. Puingrond waar ooit bloemenzaad werd uitgestrooid. Daar staat hij nog: als enige menselijke bewoner in een stukje niemandsland; bloementuin overwoekerd door welig tierend onkruid.
Nu staat hij daar, naar één kant overhellend, alsof het beeld zijn langste tijd heeft gehad en ieder moment kan omvallen. De mensen op de balkons van Het Warenhuis kunnen hem nú nog goed zien; vanaf de straat valt hij eigenlijk niet meer op. Het onkruid groeit hem bijna boven het hoofd.
Verdient Willem van Laar, alias Koperen Ko deze plaats, deze aanblik, dit lot?
Achter hem op een witte muur, alsof de duvel ermee speelt, het gedicht van Toon Tellegen, met als titel 'Uit het oog'.